Omgaan met weerstand

oktober 24, 2019 Uit Door edward

In de herfstvakantie weer de boekenkast ingedoken en wat interessante literatuur gelezen rondom mijn vakgebied als schoolleider. Literatuur die ook zeker te gebruiken is voor andere leidinggevenden in en buiten het onderwijs. In deze blog richt ik mij op het omgaan met weerstand.

Wat is weerstand?

Weerstand is vaak niets anders dan een aarzeling van mensen bij de boodschap die een schoolleider brengt. Vaak is het een signaal dat je samen op iets wezenlijks bent gestuit. Het woord weerstand wordt gebruikt als de aarzeling niet wordt uitgesproken, maar als er wel allerlei non-verbale signalen en indirecte uitspraken zijn die aangeven dat iemand het niet ziet zitten. Deze signalen vormen de sleutel tot succes in het omgaan met weerstand. Het vergt als schoolleider moed om de ander aan te moedigen zijn bedenkingen uit te spreken en te vertellen waarom hij of zij deze bedenkingen heeft.

Veranderproces stappen:

  1. ontkenning – het zal wel loslopen
  2. weerstand – dit wil ik helemaal niet
  3. zelfonderzoek – wat als ik het echt ga doen?
  4. verbinding – als ik het zo doe, past het bij mij

Hoe ga je om met weerstand? 6 tips

1. Richt u zich op de achterliggende emotie

Het is handig om te weten is dat als uw gesprekspartner onlogisch of onredelijk klinkt, er altijd een emotie onder zit die uw gesprekspartner wil laten horen. Als u dit beseft, heeft u al een belangrijke stap gezet om een discussie te doorbreken.
Als u iets zegt dat feitelijk waar is of voor de hand ligt, terwijl uw gesprekspartner toch weerstand blijft vertonen, is het verstandig als u de volgende vraag stelt: “Ik hoor wat je zegt, maar waar komt de lading vandaan?” Hierdoor verschuift het accent van de inhoud van het gesprek naar het gevoel erachter.

Niet zelden dragen mensen een frustratiepakketje met zich mee dat de sfeer van het gesprek bepaalt. Door deze vraag te stellen, komt de echte frustratie op tafel, de boodschap achter de boodschap.
U krijgt met deze vraag niet alleen zicht op de pijnpunten, maar ook op wat de ander nodig heeft om zich echt gezien en gehoord te voelen. Hierover later meer.

2. Stem uw communicatiestijl af

Mensen zijn verschillend, maar zijn voorspelbaar verschillend. Door deze voorspelbare verschillen kunt u herkennen wanneer u in de allergiezone van uw gesprekspartner bent gekomen. Hiervoor is kennis van communicatiestijlen nodig. Daarom volgt nu een korte uitleg over de DISC, een eenvoudig model om de verschillen in communicatiestijlen duidelijk te maken.
DISC maakt onderscheid in de volgende stijlen: Dominant (D), Invloed (I), Stabiel (S) en Consciëntieus (C) of een combinatie van deze vier.

  • De D is resultaatgericht en pusht nogal eens.
  • De I is doorgaans praatgraag en heeft moeite met structuur. Hij of zij wil graag waardering ontvangen en wil graag gezien worden.
  • De S is de teddybeer. Hij of zij is vriendelijk, conflictmijdend en zachtaardig en houdt van zekerheid en voorspelbaarheid.
  • De C is analytisch en is als een oester: hij of zij laat zich niet zo snel kennen. De C wil onderbouwingen, omdat alle dingen moeten kloppen. Hij of zij wil dat wat u aandraagt doordacht is. De C is bovendien gedreven door perfectionisme, iets wat hij of zij ook van anderen verwacht. Welke stijl hanteert u eigenlijk en past die bij die van uw gesprekspartner?

De D en C staan bekend om hun taakgerichtheid, terwijl bij de I en S alles draait om mensgerichtheid. Alleen al die verschillen leiden vaak tot botsingen.

Wist u dat in veel relaties een D zich aangetrokken voelt tot een S en de I tot de C en vice versa? In eerste instantie kunnen ze het goed met elkaar vinden, want tegenpolen trekken elkaar immers aan. Maar vroeg of laat geeft dat ook de nodige wrijving.

Als u in uw gesprekspartner een van de vier profielen herkent, kunt u ook zijn of haar taal leren spreken. Hierdoor kunt u op slagvaardige manier zijn of haar behoeften begrijpen en daarop inspelen. Weerstand verdwijnt dan vaak omdat uw (gespreks)partner zich gezien en begrepen voelt.

3. Niet pushen, maar écht zien en horen

Hoe steviger u uw standpunt onderbouwt, des te meer weerstand u krijgt. Herkent u dat?
Als u weerstand ontmoet, is de instinctieve neiging om nog harder te pushen. Stop daarmee, want het zorgt er niet voor dat de ander beter naar u gaat luisteren. Nieuwsgierigheid tonen wel! Probeer te ontdekken waar de lading vandaan komt (zie punt 1) en hoe de ander denkt (punt 2).

Op het moment dat u weerstand bij de ander ziet, kunt u het beste uzelf dwingen te beheersen en proberen uw aandacht volledig op de ander te richten. Juist als u de behoefte voelt om te gaan argumenteren, helpt het om de ander eerst te horen door te spiegelen.

Spiegelen is in eigen woorden (of letterlijk) herhalen wat de ander zegt. Dit is een beproefde techniek tijdens een impasse. Spiegelen geeft u tijd om na te denken over uw eigen reactie en dwingt u om na te denken over wat de ander daadwerkelijk zegt.

Als u spiegelt, laat u duidelijk aan de ander merken dat u hem of haar in zijn of haar redenering wilt volgen. Maar ook ú wilt natuurlijk dat de ander u hoort. Dat kan meestal pas als u bereid bent om nog een stap verder te gaan…
Er is een gesprekstechniek die die stap verder gaat. Die techniek noemen we valideren. Communicatie is als een golfbeweging: uw gesprekspartner wil worden gehoord en pas als dat is gebeurd, is sprake van een rustpunt. Daarna bent ú aan de beurt. U dient dus eerst de ander het gevoel geven dat hij of zij is gehoord, voordat u zich gehoord kunt voelen. Dat kan door te valideren.

Valideren doet u door de volgende woorden te gebruiken: “Ik kan me goed (beter) voorstellen waarom je zo kritisch (boos, afwijzend, teleurgesteld) reageert. Je had verwacht dat ik … en juist omdat ik dat niet heb gedaan…”
Met valideren geeft u toestemming aan uw gesprekspartner om de dingen anders te beleven dan uzelf, of zich anders te voelen dan uzelf. Het vereist dat u vanuit zijn of haar beleving leert denken, zelfs al is deze niet uw beleving. Bij valideren bekijkt u dus de situatie vanuit het perspectief van de ander.
Bij valideren hoeft u het totaal niet met uw gesprekspartner eens te zijn. Begrip tonen is immers iets anders dan gelijk geven. Doet u dit niet, dan wil iemand zijn of haar gelijk toch halen en lokt u uw gesprekspartner uit tot een vaak inhoudelijke discussie.

Met valideren voelt de ander: Gelukkig, hij begrijpt waarom dit voor mij zo’n punt is.
U kunt daarna prima zeggen: “Mag ik nu mijn kant van het verhaal eens toelichten?” Door de ander eerst te valideren, vermindert zijn of haar weerstand ten opzichte van u behoorlijk.

4. Als de ander nog steeds niet wil luisteren

Sommige mensen zijn echter niet bereid zich naar uw kant te bewegen. Dan helpt het om te zeggen dat u het gevoel hebt dat die andere niet bereid is om echt naar u te luisteren. U kunt zelfs aangeven dat u op een (luister)reactie had gehoopt en iets zeggen in de trant van: “Ik schrik ervan dat je dit ter sprake brengt.”

Als u merkt dat de ander niet bereid is om echt te luisteren, kunt u uw teleurstelling verwoorden. U kunt dan iets zeggen over het effect dat dit ander op u heeft. Vaak helpt het om die feedback af te sluiten met de vraag: “Kun je je dit voorstellen?” of zelfs “Is dat je bedoeling?” Met name de laatste vraag is natuurlijk tamelijk confronterend, en kan de ander provoceren om alsnog duidelijk te maken waarom hij of zij zo stug blijft volhouden.

5. Kies liever voor de relatie dan voor uw gelijk

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat u echt geen gelijk heeft. In dat geval is het verstandig uzelf de vraag te stellen waarom u zo graag gelijk wilt hebben. Het grote gelijk bestaat immers niet.

Maar zelfs al heeft u wel gelijk, wat doet u als die ander het u niet geeft? U kunt op dat moment hooguit ervoor kiezen om elkaar te begrijpen. Het accent verschuift op deze manier naar de kwaliteit van de relatie.

Kiest u dus voor uw gelijk of voor de relatie? Waarom zou u doordrammen als u daarmee een (goede) relatie ondermijnt. In een dergelijke situatie is het vaak beter het erover eens te zijn dat u beiden van mening verschilt, terwijl u zich bewust bent van de waarde van de relatie. Uiteraard is het dan nuttig dat u kunt verdragen dat mensen anders tegen iets aan kunnen kijken.

6. Vertel de ander over de achtergrond van uw houding

Als u weerstand ontmoet, helpt het om eerlijk te zijn over waar uw houding vandaan komt. Uw mening komt tenslotte niet uit de lucht vallen.

U vertelt de ander over uw eerdere ervaringen, uw behoeften of pijnpunten waardoor het voor uw gesprekspartner ineens duidelijker wordt waarom uw standpunt zo belangrijk voor u is.

In plaats van de kille feiten vertelt u iets persoonlijks, iets dat u raakt. Mogelijk is bij u sprake van oud zeer, wat u met uw gesprekspartner eerlijk wilt bespreken. De kans is groot dat een gesprek van hart tot hart u dichter bij elkaar brengt. Door u kwetsbaar op te stellen, wint u doorgaans respect en sympathie. Dit leidt er vaak toe dat de weerstand bij de ander eveneens afneemt en zelfs verdwijnt.

Bron: 6 tips om met weerstand om te gaan

Klik hier voor mijn vorige blog over binden & boeien.

Omgaan met weerstand

oktober 24, 2019 Uit Door edward

In de herfstvakantie weer de boekenkast ingedoken en wat interessante literatuur gelezen rondom mijn vakgebied als schoolleider. Literatuur die ook zeker te gebruiken is voor andere leidinggevenden in en buiten het onderwijs. In deze blog richt ik mij op het omgaan met weerstand.

Wat is weerstand?

Weerstand is vaak niets anders dan een aarzeling van mensen bij de boodschap die een schoolleider brengt. Vaak is het een signaal dat je samen op iets wezenlijks bent gestuit. Het woord weerstand wordt gebruikt als de aarzeling niet wordt uitgesproken, maar als er wel allerlei non-verbale signalen en indirecte uitspraken zijn die aangeven dat iemand het niet ziet zitten. Deze signalen vormen de sleutel tot succes in het omgaan met weerstand. Het vergt als schoolleider moed om de ander aan te moedigen zijn bedenkingen uit te spreken en te vertellen waarom hij of zij deze bedenkingen heeft.

Veranderproces stappen:

  1. ontkenning – het zal wel loslopen
  2. weerstand – dit wil ik helemaal niet
  3. zelfonderzoek – wat als ik het echt ga doen?
  4. verbinding – als ik het zo doe, past het bij mij

Hoe ga je om met weerstand? 6 tips

1. Richt u zich op de achterliggende emotie

Het is handig om te weten is dat als uw gesprekspartner onlogisch of onredelijk klinkt, er altijd een emotie onder zit die uw gesprekspartner wil laten horen. Als u dit beseft, heeft u al een belangrijke stap gezet om een discussie te doorbreken.
Als u iets zegt dat feitelijk waar is of voor de hand ligt, terwijl uw gesprekspartner toch weerstand blijft vertonen, is het verstandig als u de volgende vraag stelt: “Ik hoor wat je zegt, maar waar komt de lading vandaan?” Hierdoor verschuift het accent van de inhoud van het gesprek naar het gevoel erachter.

Niet zelden dragen mensen een frustratiepakketje met zich mee dat de sfeer van het gesprek bepaalt. Door deze vraag te stellen, komt de echte frustratie op tafel, de boodschap achter de boodschap.
U krijgt met deze vraag niet alleen zicht op de pijnpunten, maar ook op wat de ander nodig heeft om zich echt gezien en gehoord te voelen. Hierover later meer.

2. Stem uw communicatiestijl af

Mensen zijn verschillend, maar zijn voorspelbaar verschillend. Door deze voorspelbare verschillen kunt u herkennen wanneer u in de allergiezone van uw gesprekspartner bent gekomen. Hiervoor is kennis van communicatiestijlen nodig. Daarom volgt nu een korte uitleg over de DISC, een eenvoudig model om de verschillen in communicatiestijlen duidelijk te maken.
DISC maakt onderscheid in de volgende stijlen: Dominant (D), Invloed (I), Stabiel (S) en Consciëntieus (C) of een combinatie van deze vier.

  • De D is resultaatgericht en pusht nogal eens.
  • De I is doorgaans praatgraag en heeft moeite met structuur. Hij of zij wil graag waardering ontvangen en wil graag gezien worden.
  • De S is de teddybeer. Hij of zij is vriendelijk, conflictmijdend en zachtaardig en houdt van zekerheid en voorspelbaarheid.
  • De C is analytisch en is als een oester: hij of zij laat zich niet zo snel kennen. De C wil onderbouwingen, omdat alle dingen moeten kloppen. Hij of zij wil dat wat u aandraagt doordacht is. De C is bovendien gedreven door perfectionisme, iets wat hij of zij ook van anderen verwacht. Welke stijl hanteert u eigenlijk en past die bij die van uw gesprekspartner?

De D en C staan bekend om hun taakgerichtheid, terwijl bij de I en S alles draait om mensgerichtheid. Alleen al die verschillen leiden vaak tot botsingen.

Wist u dat in veel relaties een D zich aangetrokken voelt tot een S en de I tot de C en vice versa? In eerste instantie kunnen ze het goed met elkaar vinden, want tegenpolen trekken elkaar immers aan. Maar vroeg of laat geeft dat ook de nodige wrijving.

Als u in uw gesprekspartner een van de vier profielen herkent, kunt u ook zijn of haar taal leren spreken. Hierdoor kunt u op slagvaardige manier zijn of haar behoeften begrijpen en daarop inspelen. Weerstand verdwijnt dan vaak omdat uw (gespreks)partner zich gezien en begrepen voelt.

3. Niet pushen, maar écht zien en horen

Hoe steviger u uw standpunt onderbouwt, des te meer weerstand u krijgt. Herkent u dat?
Als u weerstand ontmoet, is de instinctieve neiging om nog harder te pushen. Stop daarmee, want het zorgt er niet voor dat de ander beter naar u gaat luisteren. Nieuwsgierigheid tonen wel! Probeer te ontdekken waar de lading vandaan komt (zie punt 1) en hoe de ander denkt (punt 2).

Op het moment dat u weerstand bij de ander ziet, kunt u het beste uzelf dwingen te beheersen en proberen uw aandacht volledig op de ander te richten. Juist als u de behoefte voelt om te gaan argumenteren, helpt het om de ander eerst te horen door te spiegelen.

Spiegelen is in eigen woorden (of letterlijk) herhalen wat de ander zegt. Dit is een beproefde techniek tijdens een impasse. Spiegelen geeft u tijd om na te denken over uw eigen reactie en dwingt u om na te denken over wat de ander daadwerkelijk zegt.

Als u spiegelt, laat u duidelijk aan de ander merken dat u hem of haar in zijn of haar redenering wilt volgen. Maar ook ú wilt natuurlijk dat de ander u hoort. Dat kan meestal pas als u bereid bent om nog een stap verder te gaan…
Er is een gesprekstechniek die die stap verder gaat. Die techniek noemen we valideren. Communicatie is als een golfbeweging: uw gesprekspartner wil worden gehoord en pas als dat is gebeurd, is sprake van een rustpunt. Daarna bent ú aan de beurt. U dient dus eerst de ander het gevoel geven dat hij of zij is gehoord, voordat u zich gehoord kunt voelen. Dat kan door te valideren.

Valideren doet u door de volgende woorden te gebruiken: “Ik kan me goed (beter) voorstellen waarom je zo kritisch (boos, afwijzend, teleurgesteld) reageert. Je had verwacht dat ik … en juist omdat ik dat niet heb gedaan…”
Met valideren geeft u toestemming aan uw gesprekspartner om de dingen anders te beleven dan uzelf, of zich anders te voelen dan uzelf. Het vereist dat u vanuit zijn of haar beleving leert denken, zelfs al is deze niet uw beleving. Bij valideren bekijkt u dus de situatie vanuit het perspectief van de ander.
Bij valideren hoeft u het totaal niet met uw gesprekspartner eens te zijn. Begrip tonen is immers iets anders dan gelijk geven. Doet u dit niet, dan wil iemand zijn of haar gelijk toch halen en lokt u uw gesprekspartner uit tot een vaak inhoudelijke discussie.

Met valideren voelt de ander: Gelukkig, hij begrijpt waarom dit voor mij zo’n punt is.
U kunt daarna prima zeggen: “Mag ik nu mijn kant van het verhaal eens toelichten?” Door de ander eerst te valideren, vermindert zijn of haar weerstand ten opzichte van u behoorlijk.

4. Als de ander nog steeds niet wil luisteren

Sommige mensen zijn echter niet bereid zich naar uw kant te bewegen. Dan helpt het om te zeggen dat u het gevoel hebt dat die andere niet bereid is om echt naar u te luisteren. U kunt zelfs aangeven dat u op een (luister)reactie had gehoopt en iets zeggen in de trant van: “Ik schrik ervan dat je dit ter sprake brengt.”

Als u merkt dat de ander niet bereid is om echt te luisteren, kunt u uw teleurstelling verwoorden. U kunt dan iets zeggen over het effect dat dit ander op u heeft. Vaak helpt het om die feedback af te sluiten met de vraag: “Kun je je dit voorstellen?” of zelfs “Is dat je bedoeling?” Met name de laatste vraag is natuurlijk tamelijk confronterend, en kan de ander provoceren om alsnog duidelijk te maken waarom hij of zij zo stug blijft volhouden.

5. Kies liever voor de relatie dan voor uw gelijk

Het kan natuurlijk ook zo zijn dat u echt geen gelijk heeft. In dat geval is het verstandig uzelf de vraag te stellen waarom u zo graag gelijk wilt hebben. Het grote gelijk bestaat immers niet.

Maar zelfs al heeft u wel gelijk, wat doet u als die ander het u niet geeft? U kunt op dat moment hooguit ervoor kiezen om elkaar te begrijpen. Het accent verschuift op deze manier naar de kwaliteit van de relatie.

Kiest u dus voor uw gelijk of voor de relatie? Waarom zou u doordrammen als u daarmee een (goede) relatie ondermijnt. In een dergelijke situatie is het vaak beter het erover eens te zijn dat u beiden van mening verschilt, terwijl u zich bewust bent van de waarde van de relatie. Uiteraard is het dan nuttig dat u kunt verdragen dat mensen anders tegen iets aan kunnen kijken.

6. Vertel de ander over de achtergrond van uw houding

Als u weerstand ontmoet, helpt het om eerlijk te zijn over waar uw houding vandaan komt. Uw mening komt tenslotte niet uit de lucht vallen.

U vertelt de ander over uw eerdere ervaringen, uw behoeften of pijnpunten waardoor het voor uw gesprekspartner ineens duidelijker wordt waarom uw standpunt zo belangrijk voor u is.

In plaats van de kille feiten vertelt u iets persoonlijks, iets dat u raakt. Mogelijk is bij u sprake van oud zeer, wat u met uw gesprekspartner eerlijk wilt bespreken. De kans is groot dat een gesprek van hart tot hart u dichter bij elkaar brengt. Door u kwetsbaar op te stellen, wint u doorgaans respect en sympathie. Dit leidt er vaak toe dat de weerstand bij de ander eveneens afneemt en zelfs verdwijnt.

Bron: 6 tips om met weerstand om te gaan

Klik hier voor mijn vorige blog over binden & boeien.